Hallucineren

De opstanding

Ze zijn gaan hallucineren

’Nou'’, hoorde ik laatst, "waarom zou het niet kunnen dat de discipelen door al het verdriet dingen zagen die er niet waren? Ze zagen de Heere Jezus wel, maar eigenlijk was Hij er niet. Ze zijn gaan hallucineren.

Dat lijkt in eerste instantie best aannemelijk. Je hoort vaker dat mensen erg geëmotioneerd zijn, waardoor er waanbeelden ontstaan. Daardoor zien, horen of ruiken mensen dingen die er niet zijn. Toch, als we even verder denken is dit niet logisch. Het zou namelijk wel toevallig zijn als al die mensen tegelijk zouden gaan hallucineren. Alle twaalf discipelen tegelijk. En later ook al die vijfhonderd mensen tegelijk. En daarna ook nog eens al die andere apostelen tegelijk (1 Korinthe 15). Dit is heel onwaarschijnlijk.

Daarnaast blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat een hallucinatie pas kan optreden bij een hoog serotoninegehalte. Dit is een stofje in je bloed dat vooral bij een positieve stemming werkzaam is. Het is medisch gezien zeer onwaarschijnlijk dat mensen in een droevige situatie een hoog serotoninegehalte hebben. Het is helemaal onwaarschijnlijk dat dit bij zó veel mensen tegelijk zou gebeuren.

Dus op basis van de hoeveelheid getuigen en de medische onwaarschijnlijkheid kunnen we zeggen dat al die mensen de Heere Jezus écht hebben gezien. En wij dan? Zij hebben Hem gezien, maar wij niet. Of…?

Laten we eens kijken wat Petrus zegt in 2 Petrus 1:16: “Wij zijn ooggetuigen geweest.’’ Ja zeg je, dat is logisch, hij is één van de discipelen. Nou, wacht even. In vers 18 zegt Petrus: ‘’Wij hebben een stem gehoord.’’ Dus Petrus heeft gezien, maar vooral gehoord. En wij dan? Iedere keer als we de Bijbel lezen en steeds weer als we de preek horen: We hóren Gods stem, met als doel dat we Christus daarin zíen. Zo zijn wij ook getuigen. We hebben Christus gezien, door het Woord dat we gehoord hebben.

Zeker weten!